';
KaRo Chinese streepnekschildpad

Zoom in

Artikelnummer: 3
Chinemys sinensis

Chinese streepnekschildpad - Mauremys sinensis

Herkomst

Deze moerschildpadden zijn afkomstig van Zuidoost-Azië, meer bepaald China, Taiwan en Vietnam.
Ze leven er in moerassen en langzaam stromende rivieren en beken.
Het zijn dag-actieve dieren die voornamelijk in ondiep water zwemmen waar er een lichte begroeiing is, maar ze liggen ook regelmatig te zonnen, het liefst op vlakke oevers en rotsen.

Levensverwachting

Gemiddeld zo’n 40 jaar.

Afmeting

Tot maximaal 24 cm schildlengte, waarbij de vrouwtjes iets groter worden dan de mannetjes.

Uiterlijk

Hun meest opvallende uiterlijke kenmerk zijn hun mooi groen en geel gestreepte kop, nek en poten.

Verder hebben ze een elliptisch schild dat groen tot (donker) bruin van kleur is.
Bij de jonge dieren zijn er 3 kielen in het midden van het schild waarneembaar en is er een gele schildrand te zien. Bij oudere dieren vervagen de kielen op het schild EN de duidelijke schildrand.

Geslachtsonderscheid

Naast het verschil in grootte hebben de mannetjes ook een iets langere en dikkere staart.
Ook hebben de mannetjes een hol buikschild en ligt hun cloaca net buiten het schild.

Hanteren

Neem een (volwassen) schildpad liefst met 2 handen vast. Hou ze mooi aan de zijkant(en), in het midden van het schild vast. Dit geeft het minste stress aan het dier en het minst kans dat de schildpad u kan krabben (door zich met haar poten tegen uw hand af te zetten).

Het transporteren van moerasschildpadden gebeurt in (tochtvrije) dozen, zonder water maar licht vochtig en er moet op gelet worden dat ze niet te hard afkoelen.

Karakter

Ze zijn naar schildpadnormen redelijk actief en ze zijn vaak op zoek naar voedsel op de bodem van hun aquarium. Ze liggen ook graag te zonnen op hun eiland.
Ze zijn redelijk verdraagzaam naar zowel soortgenoten als andere moerasschildpadden.
Volwassen mannen kunnen toch territoriaal gedrag vertonen.
Let natuurlijk op met het samen zetten van schildpadden van verschillende groottes.

Gezondheid

Gezonde dieren zitten in een proper en gezond verblijf. Een gezond dier geeft een levende indruk
en is te herkennen aan een mooie huid, een hard schild en heldere ogen.

Winterslaap

Het is niet noodzakelijk dat ze een winterslaap houden, ook een winterrust kan. Vanaf oktober kan er minder licht gegeven worden en ligt te temperatuur lager, dan kunnen de volwassen dieren een winterslaap of -rust houden. Als de temperatuur te hoog blijft zullen ze wakker blijven, als de temperatuur daalt, gaan ze naar winter rust en als het nog verder daalt (tot 5 à 10°C) zullen ze een slaapplaats opzoeken. Geef ze, als ze het aangeven, een paar dagen geen eten.
Als de darmen leeg zij, kunnen ze in een kist met vochtige bladeren en mos gezet worden. Controleer regelmatig of ze niet vroegtijdig wakker worden en dat ze niet te mager worden.
Ze kunnen ook gewoon in een aquarium blijven op die lagere temperatuur. Na een paar weken kunnen ze weer naar een hogere temperatuur gebracht worden en zullen ze wakker worden.
Een winterperiode is vooral nuttig als je wil kweken, de paarperiode volgt na de winterslaap.
Laat enkel gezonde dieren een winterslaap houden!

 

Huisvesting

Jonge dieren (tot 3 à 4 jaar) kunnen het best eerst in niet te groot aquarium/terrarium gehouden worden, als ze ouder worden zal het verblijf te klein worden en dan moeten ze groter gehuisvest worden.
Zoals bij alle moerasschildpadden is het belangrijk dat hun verblijf een water- en een landgedeelte heeft. Als landgedeelte is voor jonge dieren of als je niet kweekt een kurkeiland al voldoende.
Ze zitten veel in het water, dus het eiland moet niet groot zijn. Voor volwassen dieren, waar ei-leggende vrouwtjes bij zijn, is een landgedeelte met zand noodzakelijk, zodat ze hun eitjes kunnen ingraven. Het watergedeelte is minimaal 20cm diep (voor een volwassen dier), zodat ze goed kunnen rondzwemmen en over de bodem lopen. Als bodem mag er met rivierzand gewerkt worden of grove keien. Fijn grind is niet aan te raden, omdat ze dit zouden kunnen opeten, wat verstoppingen kan veroorzaken. Verder worden er best enkele rotsen, stukken kienhout en mangrovewortels in gezet om op te klimmen of onder te schuilen.

Verzorging

Als warmtebron kan een warmtelamp voorzien worden om onder te zonnen. Dit kan aangevuld worden met een thermostaat om het water te verwarmen, indien nodig. En uiteraard is een UVB lamp aan te raden. De UVB-lamp  is belangrijk voor de voorplanting, eetgedrag, groei, aanmaak van vitamine D3 en opname van calcium. De warmtelampen moeten aangepast zijn aan het aquarium/terrarium. Juist onder de lamp mag het ongeveer 30 tot 35°C zijn en verder in het verblijf ongeveer 25°C. ’s Nachts mag het afkoelen tot minimaal 20°C. De lichten bootsen de zon na, zorg voor seizoenen, geef 12à 14 uur licht in de zomer en een uurtje of 2 minder in de winter.
Een gezonde schildpad, zwemt in gezond water. Geef de juist voeding en niet te veel, zorg voor voldoende filtratie en voeg goede bacteriën toe aan te water.
Zo blijft het water helder EN gezond en zal het water niet beginnen stinken.

Kweken

Vooral in de paarperiode kunnen de mannetjes erg agressief zijn naar elkaar toe.
Het mannetje duwt met zijn kop tegen de kop van het vrouwtje, als ze niet bereid is om te paren, zal ze het mannetje al bijtend wegjagen. Het vrouwtje heeft 2 à 3 legsels per jaar (in de warmste periode) en legt dan 5 of 8 eitjes. Ze zal haar eitjes ingraven in een kuil in vochtig zand.
Zorg dat het vrouwtje goed eet en voldoende supplementen krijgt. Graaf de eitjes uit en leg ze binnen de 24 uur (na het leggen) stil in een broedmachine speciaal voor reptielen.
De eitjes mogen niet meer gedraaid worden, anders kan het embryo sterven. Leg de eitjes in een bakje met een paar centimeter vochtig vermiculiet en zodat ze elkaar niet raken. De eitjes worden niet meer aangeraakt of nat gemaakt, een bakje water zorgt voor voldoende vochtigheid.
Bij een temperatuur van 27 tot 30°C zullen na 65 tot 70 dagen de eitjes uitkomen.

De jonge dieren of juvenielen moeten in een klein aquarium/terrarium gehouden worden, weg van de oudere dieren, anders zullen ze verwond of ze opgegeten worden. Het verblijf moet ook een klein landgedeelte hebben en een watergedeelte met minimaal 5 cm water.
De eerste dagen eten de juvenielen niet, eerst verteren ze de dooierzak, nadien eten ze kleine gedroogde insecten (zoals gammarus).

Voeding

Jonge dieren eten elke dag kleine hoeveelheden, volwassen dieren eten nog een keer of 3 per week. Voeding kan zowel in het water worden gegeven, als op land. In het water kunnen levende insecten of diepvries voeding gegeven worden zoals muggenlarven of mosselvlees.
Ook gedroogde voeding zoals gammarus, meelwormen of gedroogde visjes worden gegeten. En ook pellets of korrels speciaal voor moerasschilpadden zijn aan te raden voor een evenwichtige voeding. Als er waterplanten in het aquarium staan, zullen ze deze ook proberen opeten. Op land eten ze ook insecten zoals krekels en sprinkhanen en zelf (baby) muisjes.
Het zijn omnivoren en het is belangrijk om voldoende af te wisselen.

Strooi regelmatig calcium en vitamine poeder over de insecten die op land gegeven worden om aan hun calciumbehoefte te voldoen. En met een liquide multi-vitamine speciaal voor water- en moerasschildpadden kunnen bijvoorbeeld de gedroogde insecten een keer of 3 per week bedruppeld worden. Een tekort aan vitamine A kan voor oog- en huisproblemen zorgen, aan vitamine B voor spijsverteringsproblemen, vitamine D3 is belangrijk voor de calciumopname en vitamine H is belangrijk voor de stofwisseling, voor de huid, spieren en groei.

Wetgeving

Ze hebben geen cites verplichtingen.